toeschieten

Conjugations List of Toeschieten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschiet toeschoot toeben toegeschoten
jij, je, uschiet toeschoot toebent toegeschoten
hij, zij, hetschiet toeschoot toeis toegeschoten
wijschieten toeschoten toezijn toegeschoten
jullieschieten toeschoten toezijn toegeschoten
zij, zeschieten toeschoten toezijn toegeschoten

Presens
Beta

Example presens sentences for Toeschieten with some of the pronouns.

  • Ik schiet toe naar de winkel.
  • Jij schiet toe om te helpen.
  • Hij schiet toe met zijn advies.
  • Wij schieten toe voor de vergadering.
  • Zij schieten toe met hun steun.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toeschieten with some of the pronouns.

  • Ik schoot toe naar de hulpbehoevende.
  • Jij schoot toe toen je mijn noodkreet hoorde.
  • Hij schoot toe met zijn hulpvaardigheid.
  • Wij schoten toe om te helpen in moeilijke tijden.
  • Zij schoten toe met hun expertise.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toeschieten with some of the pronouns.

  • Ik ben toe geschoten naar de plek van het ongeval.
  • Jij bent toe geschoten om te redden.
  • Hij is toe geschoten met zijn opmerkingen.
  • Wij zijn toe geschoten om te ondersteunen.
  • Zij zijn toe geschoten met hun bijdrage.