terugkijken

Conjugations List of Terugkijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkijk terugkeek terugheb teruggekeken
jij, je, ukijkt terugkeek terughebt teruggekeken
hij, zij, hetkijkt terugkeek terugheeft teruggekeken
wijkijken terugkeken terughebben teruggekeken
julliekijken terugkeken terughebben teruggekeken
zij, zekijken terugkeken terughebben teruggekeken

Presens
Beta

Example presens sentences for Terugkijken with some of the pronouns.

  • Ik kijk terug naar mijn jeugd.
  • Hij kijkt terug op een succesvolle carrière.
  • Wij kijken terug op een fantastische vakantie.
  • Jullie kijken terug op een mooie tijd samen.
  • De studenten kijken terug op een geslaagde studiereis.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Terugkijken with some of the pronouns.

  • Vroeger keek ik altijd terug naar mijn verjaardagsfeestjes.
  • Hij keek vaak terug op zijn schooltijd.
  • Wij keken regelmatig terug op onze eerste ontmoeting.
  • Jullie keken gisteren terug naar de oude familiefoto's.
  • De kinderen keken elke avond terug naar hun favoriete tv-show.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Terugkijken with some of the pronouns.

  • Ik heb teruggekeken naar de oude foto's.
  • Hij heeft teruggekeken naar zijn fouten.
  • Wij hebben teruggekeken op het afgelopen jaar.
  • Jullie hebben teruggekeken naar de vorige aflevering.
  • De teams hebben teruggekeken op de wedstrijd.