waggelbenen

Conjugations List of Waggelbenen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwaggelbeenwaggelbeendeheb gewaggelbeend
jij, je, uwaggelbeentwaggelbeendehebt gewaggelbeend
hij, zij, hetwaggelbeentwaggelbeendeheeft gewaggelbeend
wijwaggelbenenwaggelbeendenhebben gewaggelbeend
julliewaggelbenenwaggelbeendenhebben gewaggelbeend
zij, zewaggelbenenwaggelbeendenhebben gewaggelbeend

Presens
Beta

Example presens sentences for Waggelbenen with some of the pronouns.

  • Ik waggelben momenteel door de kamer.
  • Jij waggelbent tijdens het dansen.
  • Hij/Zij waggelbelt als hij/zij lacht.
  • Wij waggelbenen graag op feestjes.
  • Jullie waggelbenen door de straten van de stad.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Waggelbenen with some of the pronouns.

  • Ik waggelbeende vroeger veel als kind.
  • Jij waggelbeende gisteren in de tuin.
  • Hij/Zij waggelbeende door de gang op weg naar school.
  • Wij waggelbeenden regelmatig tijdens wandelingen.
  • Jullie waggelbeenden vaak na een avondje uit.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Waggelbenen with some of the pronouns.

  • Ik heb gewaggelbeend door het hele huis.
  • Jij hebt gewaggelbeend op het podium.
  • Hij/Zij heeft gewaggelbeend na het eten van te veel ijs.
  • Wij hebben gewaggelbeend op het strand.
  • Jullie hebben gewaggelbeend tijdens de vakantie.