deporteren

Conjugations List of Deporteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdeporteerdeporteerdeheb gedeporteerd
jij, je, udeporteertdeporteerdehebt gedeporteerd
hij, zij, hetdeporteertdeporteerdeheeft gedeporteerd
wijdeporterendeporteerdenhebben gedeporteerd
julliedeporterendeporteerdenhebben gedeporteerd
zij, zedeporterendeporteerdenhebben gedeporteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Deporteren with some of the pronouns.

  • De overheid deporteert mensen zonder geldige verblijfspapieren.
  • Ik deporteer de crimineel naar zijn thuisland.
  • De gemeente deporteert de zwerfkatten naar een speciaal opvangcentrum.
  • We deporteren de illegale arbeiders terug naar hun land van herkomst.
  • De organisatie roept op tot stopzetting van het deporteren van vluchtelingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Deporteren with some of the pronouns.

  • De overheid deporteerde mensen zonder geldige verblijfspapieren.
  • Ik deporteerde de crimineel naar zijn thuisland.
  • De gemeente deporteerde de zwerfkatten naar een speciaal opvangcentrum.
  • We deporteerden de illegale arbeiders terug naar hun land van herkomst.
  • De organisatie protesteerde tegen het deporteren van vluchtelingen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Deporteren with some of the pronouns.

  • De overheid heeft mensen zonder geldige verblijfspapieren gedeporteerd.
  • Ik heb de crimineel naar zijn thuisland gedeporteerd.
  • De gemeente heeft de zwerfkatten naar een speciaal opvangcentrum gedeporteerd.
  • We hebben de illegale arbeiders terug naar hun land van herkomst gedeporteerd.
  • De organisatie heeft geprotesteerd tegen het deporteren van vluchtelingen.