documenteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | documenteer | documenteerde | heb gedocumenteerd |
jij, je, u | documenteert | documenteerde | hebt gedocumenteerd |
hij, zij, het | documenteert | documenteerde | heeft gedocumenteerd |
wij | documenteren | documenteerden | hebben gedocumenteerd |
jullie | documenteren | documenteerden | hebben gedocumenteerd |
zij, ze | documenteren | documenteerden | hebben gedocumenteerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Documenteren with some of the pronouns.
- Ik documenteer de voortgang van mijn studenten.
- Jij documenteert je werkzaamheden nauwkeurig.
- Hij/Zij documenteert alle belangrijke gegevens.
- Wij documenteren onze bevindingen in het rapport.
- Jullie documenteren de resultaten van het onderzoek.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Documenteren with some of the pronouns.
- Vroeger documenteerde ik alles met de hand.
- Toen we nog geen computers hadden, documenteerden we op papier.
- Hij/Zij documenteerde vroeger al zijn experimenten in een dagboek.
- In die tijd documenteerden we de processen niet zo uitgebreid.
- Jullie documenteerden de vorige projecten minder grondig.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Documenteren with some of the pronouns.
- Ik heb de verzamelde informatie gedocumenteerd.
- Jij hebt de documenten grondig gearchiveerd.
- Hij/Zij heeft de wijzigingen in het systeem gedocumenteerd.
- Wij hebben de vergadering nauwkeurig gedocumenteerd.
- Jullie hebben de nieuwe procedures correct gedocumenteerd.