doorboren

Conjugations List of Doorboren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdoorboordoorboordeheb doorboord
jij, je, udoorboortdoorboordehebt doorboord
hij, zij, hetdoorboortdoorboordeheeft doorboord
wijdoorborendoorboordenhebben doorboord
julliedoorborendoorboordenhebben doorboord
zij, zedoorborendoorboordenhebben doorboord

Presens

Example presens sentences for Doorboren with some of the pronouns.

  • Ik doorboor regelmatig houten planken.
  • Jij doorboort het papier met een scherpe pen.
  • Hij doorboort de muur met een boormachine.
  • Zij doorboren de grond om een put te slaan.
  • Wij doorboren de vrucht om het sap eruit te halen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Doorboren with some of the pronouns.

  • Vroeger doorboorde ik regelmatig houten planken.
  • Jij doorboorde het papier met een scherpe pen.
  • Hij doorboorde de muur met een boormachine.
  • Zij doorboorden de grond om een put te slaan.
  • Wij doorboorden de vrucht om het sap eruit te halen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Doorboren with some of the pronouns.

  • Ik heb houten planken doorboord.
  • Jij hebt het papier met een scherpe pen doorboord.
  • Hij heeft de muur met een boormachine doorboord.
  • Zij hebben de grond doorboord om een put te slaan.
  • Wij hebben de vrucht doorboord om het sap eruit te halen.