dooreenhaspelen

Conjugations List of Dooreenhaspelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhaspel dooreenhaspelde dooreenheb dooreengehaspeld
jij, je, uhaspelt dooreenhaspelde dooreenhebt dooreengehaspeld
hij, zij, hethaspelt dooreenhaspelde dooreenheeft dooreengehaspeld
wijhaspelen dooreenhaspelden dooreenhebben dooreengehaspeld
julliehaspelen dooreenhaspelden dooreenhebben dooreengehaspeld
zij, zehaspelen dooreenhaspelden dooreenhebben dooreengehaspeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Dooreenhaspelen with some of the pronouns.

  • Ik dooreenhaspel de draden.
  • Jij dooreenhaspelt de snoeren.
  • Hij/Zij/Het dooreenhaspelt de kabels.
  • Wij dooreenhaspelen de touwen.
  • Jullie dooreenhaspelen de draden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Dooreenhaspelen with some of the pronouns.

  • Ik doorhaalde de draden.
  • Jij doorhaalde de snoeren.
  • Hij/Zij/Het doorhaalde de kabels.
  • Wij doorhaalden de touwen.
  • Jullie doorhaalden de draden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Dooreenhaspelen with some of the pronouns.

  • Ik heb de draden dooreenhaspeld.
  • Jij hebt de snoeren dooreenhaspeld.
  • Hij/Zij/Het heeft de kabels dooreenhaspeld.
  • Wij hebben de touwen dooreenhaspeld.
  • Jullie hebben de draden dooreenhaspeld.