doorkiezen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kies door | koos door | heb doorgekozen |
jij, je, u | kiest door | koos door | hebt doorgekozen |
hij, zij, het | kiest door | koos door | heeft doorgekozen |
wij | kiezen door | kozen door | hebben doorgekozen |
jullie | kiezen door | kozen door | hebben doorgekozen |
zij, ze | kiezen door | kozen door | hebben doorgekozen |
PresensBeta
Example presens sentences for Doorkiezen with some of the pronouns.
- Ik kies altijd voor de juiste optie.
- Jij kiest een boek uit de bibliotheek.
- Hij/Zij kiest het beste restaurant in de stad.
- Wij kiezen een film om vanavond te kijken.
- Jullie kiezen voor een actieve vakantie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doorkiezen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn vakken doorkozen.
- Jij hebt de cursus met succes doorgekozen.
- Hij/Zij heeft de moeilijke beslissing doorkozen.