doornummeren

Conjugations List of Doornummeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iknummer doornummerde doorheb doorgenummerd
jij, je, unummert doornummerde doorhebt doorgenummerd
hij, zij, hetnummert doornummerde doorheeft doorgenummerd
wijnummeren doornummerden doorhebben doorgenummerd
jullienummeren doornummerden doorhebben doorgenummerd
zij, zenummeren doornummerden doorhebben doorgenummerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Doornummeren with some of the pronouns.

  • Ik doornummer elke pagina in mijn notitieboekje.
  • Jij doornummert de documenten zorgvuldig.
  • Hij/Zij/Het doornummert de brieven voor verzending.
  • Wij doornummeren de bestanden op volgorde.
  • Jullie doornummeren de formulieren correct.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doornummeren with some of the pronouns.

  • Vroeger doornummerde ik de pagina's met de hand.
  • Vroeger doornummerde jij de documenten zorgvuldig.
  • Vroeger doornummerde hij/zij/het de brieven voor verzending.
  • Vroeger doornummerden wij de bestanden op volgorde.
  • Vroeger doornummerden jullie de formulieren correct.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doornummeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de pagina's in mijn notitieboekje doorgenummerd.
  • Jij hebt de documenten zorgvuldig doorgenummerd.
  • Hij/Zij/Het heeft de brieven voor verzending doorgenummerd.
  • Wij hebben de bestanden op volgorde doorgenummerd.
  • Jullie hebben de formulieren correct doorgenummerd.