hollen

Conjugations List of Hollen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikholholdeheb gehold
jij, je, uholtholdehebt gehold
hij, zij, hetholtholdeheeft gehold
wijhollenholdenhebben gehold
julliehollenholdenhebben gehold
zij, zehollenholdenhebben gehold

Presens
Beta

Example presens sentences for Hollen with some of the pronouns.

  • Ik hol naar school.
  • Jij holt snel.
  • Hij/Zij/Het holt door het park.
  • Wij hollen samen naar de finish.
  • Zij hollen achter de bal aan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Hollen with some of the pronouns.

  • Ik holde altijd naar school.
  • Jij holde vroeger snel.
  • Hij/Zij/Het holde vaak door het park.
  • Wij holden samen naar de finish.
  • Zij holden altijd achter de bal aan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Hollen with some of the pronouns.

  • Ik heb gehold naar school.
  • Jij bent snel gehold.
  • Hij/Zij/Het is door het park gehold.
  • Wij hebben samen naar de finish gehold.
  • Zij hebben achter de bal aangehold.