doorstikken

Conjugations List of Doorstikken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstik doorstikte doorheb doorgestikt
jij, je, ustikt doorstikte doorhebt doorgestikt
hij, zij, hetstikt doorstikte doorheeft doorgestikt
wijstikken doorstikten doorhebben doorgestikt
julliestikken doorstikten doorhebben doorgestikt
zij, zestikken doorstikten doorhebben doorgestikt

Presens

Example presens sentences for Doorstikken with some of the pronouns.

  • Ik doorstik
  • Jij doorstikt
  • Hij/Zij doorstikt
  • Wij doorstikken
  • Jullie doorstikken

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Doorstikken with some of the pronouns.

  • Ik doorstikte
  • Jij doorstikte
  • Hij/Zij doorstikte
  • Wij doorstikten
  • Jullie doorstikten

Perfectum

Example perfectum sentences for Doorstikken with some of the pronouns.

  • Ik heb doorgestikt
  • Jij hebt doorgestikt
  • Hij/Zij heeft doorgestikt
  • Wij hebben doorgestikt
  • Jullie hebben doorgestikt