karakteriseren

Conjugations List of Karakteriseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkarakteriseerkarakteriseerdeheb gekarakteriseerd
jij, je, ukarakteriseertkarakteriseerdehebt gekarakteriseerd
hij, zij, hetkarakteriseertkarakteriseerdeheeft gekarakteriseerd
wijkarakteriserenkarakteriseerdenhebben gekarakteriseerd
julliekarakteriserenkarakteriseerdenhebben gekarakteriseerd
zij, zekarakteriserenkarakteriseerdenhebben gekarakteriseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Karakteriseren with some of the pronouns.

  • Ik karakteriseer mijn vrienden als betrouwbaar.
  • Jij karakteriseert jezelf als een levensgenieter.
  • Hij karakteriseert zijn werk als uitdagend.
  • Wij karakteriseren de stad als levendig en bruisend.
  • Zij karakteriseren de film als ontroerend.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Karakteriseren with some of the pronouns.

  • Vroeger karakteriseerde ik mezelf als verlegen.
  • Toen ik jong was, karakteriseerde mijn moeder me als ondeugend.
  • Hij karakteriseerde zijn ex-partner als egoïstisch.
  • In die periode karakteriseerden we de buurt als onveilig.
  • Als kind karakteriseerden zij de camping als hun tweede thuis.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Karakteriseren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn ervaringen gekarakteriseerd in mijn dagboek.
  • Jij hebt je collega's gekarakteriseerd tijdens de vergadering.
  • Hij heeft de situatie gekarakteriseerd als zorgwekkend.
  • Wij hebben het boek gekarakteriseerd als meeslepend.
  • Zij hebben de sfeer van het feest gekarakteriseerd als gezellig.