doubleren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | doubleer | doubleerde | heb gedoubleerd |
jij, je, u | doubleert | doubleerde | hebt gedoubleerd |
hij, zij, het | doubleert | doubleerde | heeft gedoubleerd |
wij | doubleren | doubleerden | hebben gedoubleerd |
jullie | doubleren | doubleerden | hebben gedoubleerd |
zij, ze | doubleren | doubleerden | hebben gedoubleerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Doubleren with some of the pronouns.
- Ik doubleer de woorden om ze te versterken.
- Jij doubleert je inzet voor deze opdracht.
- Hij/Zij doubleert regelmatig in het toneelstuk.
- Wij doubleren de strategieën om betere resultaten te behalen.
- Jullie doubleeren de melodie om meer diepte toe te voegen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doubleren with some of the pronouns.
- Ik doubleerde de woorden om ze te versterken.
- Jij doubleerde je inzet voor deze opdracht.
- Hij/Zij doubleerde regelmatig in het toneelstuk.
- Wij doubleerden de strategieën om betere resultaten te behalen.
- Jullie doubleerden de melodie om meer diepte toe te voegen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doubleren with some of the pronouns.
- Ik heb de woorden gedoubleerd om ze te versterken.
- Jij hebt je inzet voor deze opdracht gedoubleerd.
- Hij/Zij heeft regelmatig in het toneelstuk gedoubleerd.
- Wij hebben de strategieën gedoubleerd om betere resultaten te behalen.
- Jullie hebben de melodie gedoubleerd om meer diepte toe te voegen.