etaleren

Conjugations List of Etaleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iketaleeretaleerdeheb geëtaleerd
jij, je, uetaleertetaleerdehebt geëtaleerd
hij, zij, hetetaleertetaleerdeheeft geëtaleerd
wijetalerenetaleerdenhebben geëtaleerd
jullieetalerenetaleerdenhebben geëtaleerd
zij, zeetalerenetaleerdenhebben geëtaleerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Etaleren with some of the pronouns.

  • Ik etaleer de nieuwe collectie in de etalage.
  • Jij etaleert je talenten tijdens het optreden.
  • Hij etaleert zijn kennis tijdens de presentatie.
  • Zij etaleert haar schilderijen in de galerij.
  • We etaleren onze producten op de beurs.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Etaleren with some of the pronouns.

  • Vroeger etaleerde ik mijn verzameling postzegels in een album.
  • Als kind etaleerde jij jouw tekeningen trots op de koelkast.
  • Hij etaleerde zijn sportieve talenten tijdens de gymlessen.
  • Zij etaleerde haar zangkunsten bij verschillende optredens.
  • We etaleerden onze kookkunsten tijdens het familiediner.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Etaleren with some of the pronouns.

  • Ik heb de sieraden tentoongesteld in de vitrine.
  • Jij hebt je kunstwerken getoond op de expositie.
  • Hij heeft zijn vaardigheden gedemonstreerd tijdens de workshop.
  • Zij heeft haar ontwerpen gepresenteerd op de modeshow.
  • We hebben onze prestaties laten zien aan het publiek.