kermen

Conjugations List of Kermen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkermkermdeheb gekermd
jij, je, ukermtkermdehebt gekermd
hij, zij, hetkermtkermdeheeft gekermd
wijkermenkermdenhebben gekermd
julliekermenkermdenhebben gekermd
zij, zekermenkermdenhebben gekermd

Presens
Beta

Example presens sentences for Kermen with some of the pronouns.

  • Ik kerm over de slechte service.
  • Jij kermt altijd als je je zin niet krijgt.
  • Hij of zij kermt vaak tijdens het sporten.
  • Wij kermen over het gebrek aan mogelijkheden.
  • Jullie merken veel op, maar jullie keremen weinig.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Kermen with some of the pronouns.

    Perfectum
    Beta

    Example perfectum sentences for Kermen with some of the pronouns.

    • Ik heb gekermd over de onrechtvaardigheid.
    • Jij bent altijd blijven kermen zonder resultaat.
    • Hij of zij heeft hevig gekermd tijdens de operatie.
    • Wij hebben uitvoerig gekermd tegen het beleid.
    • Jullie hebben tevergeefs gekermd om aandacht.