condoleren

Conjugations List of Condoleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikcondoleercondoleerdeheb gecondoleerd
jij, je, ucondoleertcondoleerdehebt gecondoleerd
hij, zij, hetcondoleertcondoleerdeheeft gecondoleerd
wijcondolerencondoleerdenhebben gecondoleerd
julliecondolerencondoleerdenhebben gecondoleerd
zij, zecondolerencondoleerdenhebben gecondoleerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Condoleren with some of the pronouns.

  • Ik condoleer je met het verlies van je dierbare.
  • Hij condoleert de familie met het overlijden van zijn grootvader.
  • Wij condoleren jullie met het tragische nieuws.
  • Jullie condoleren haar met het verlies van haar beste vriendin.
  • Ze condoleren ons met het heengaan van onze geliefde.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Condoleren with some of the pronouns.

  • Ik condoleerde je met het verlies van je dierbare.
  • Hij condoleerde de familie met het overlijden van zijn grootvader.
  • Wij condoleerden jullie met het tragische nieuws.
  • Jullie condoleerden haar met het verlies van haar beste vriendin.
  • Ze condoleerden ons met het heengaan van onze geliefde.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Condoleren with some of the pronouns.

  • Ik heb je gecondoleerd met het verlies van je dierbare.
  • Hij heeft de familie gecondoleerd met het overlijden van zijn grootvader.
  • Wij hebben jullie gecondoleerd met het tragische nieuws.
  • Jullie hebben haar gecondoleerd met het verlies van haar beste vriendin.
  • Ze hebben ons gecondoleerd met het heengaan van onze geliefde.