rapporteren

Conjugations List of Rapporteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrapporteerrapporteerdeheb gerapporteerd
jij, je, urapporteertrapporteerdehebt gerapporteerd
hij, zij, hetrapporteertrapporteerdeheeft gerapporteerd
wijrapporterenrapporteerdenhebben gerapporteerd
jullierapporterenrapporteerdenhebben gerapporteerd
zij, zerapporterenrapporteerdenhebben gerapporteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Rapporteren with some of the pronouns.

  • Ik rapporteer mijn bevindingen aan het management.
  • Jij rapporteert regelmatig over de voortgang van het project.
  • Hij rapporteert elke week aan zijn leidinggevende.
  • Zij rapporteren de resultaten van het onderzoek aan de klant.
  • Wij rapporteren onze conclusies aan de jury.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Rapporteren with some of the pronouns.

  • Ik rapporteerde regelmatig over de voortgang van het project.
  • Jij rapporteerde altijd punctueel aan je leidinggevende.
  • Hij rapporteerde vroeger wekelijks aan zijn manager.
  • Zij rapporteerden de bevindingen aan de klant zonder vertraging.
  • Wij rapporteerden onze resultaten aan het team tijdens de vergadering.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rapporteren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn rapportage gisteren ingediend.
  • Jij hebt vorige maand een gedetailleerd verslag gerapporteerd.
  • Hij heeft zijn bevindingen al eerder gerapporteerd.
  • Zij hebben de resultaten van het experiment nauwkeurig gerapporteerd.
  • Wij hebben de onregelmatigheden in het proces gerapporteerd.