afschaffen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schaf af | schafte af | heb afgeschaft |
jij, je, u | schaft af | schafte af | hebt afgeschaft |
hij, zij, het | schaft af | schafte af | heeft afgeschaft |
wij | schaffen af | schaften af | hebben afgeschaft |
jullie | schaffen af | schaften af | hebben afgeschaft |
zij, ze | schaffen af | schaften af | hebben afgeschaft |
PresensBeta
Example presens sentences for Afschaffen with some of the pronouns.
- De regering schaft de subsidies af.
- Mijn vrienden schaffen het gebruik van plastic af.
- Ik schaf alle onnodige regels af in mijn bedrijf.
- De school schaft het gebruik van mobiele telefoons af.
- Wij schaffen de oude tradities af en introduceren nieuwe gewoontes.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Afschaffen with some of the pronouns.
- Vroeger schafte de regering subsidies af.
- Mijn vrienden schaften het gebruik van plastic af toen ze zich bewust werden van het milieu.
- Ik schafte alle onnodige regels af tijdens mijn eerste jaar als manager.
- De school schafte het gebruik van mobiele telefoons af na een incident.
- In het verleden schaften wij de oude tradities af en experimenteerden we met nieuwe gewoontes.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Afschaffen with some of the pronouns.
- De subsidies zijn afgeschaft door de regering.
- Het gebruik van plastic is door mijn vrienden afgeschaft.
- Alle onnodige regels zijn afgeschaft in mijn bedrijf.
- Het gebruik van mobiele telefoons is door de school afgeschaft.
- De oude tradities zijn afgeschaft door ons, en we hebben nieuwe gewoontes geïntroduceerd.