rechtmaken

Conjugations List of Rechtmaken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmaak rechtmaakte rechtheb rechtgemaakt
jij, je, umaakt rechtmaakte rechthebt rechtgemaakt
hij, zij, hetmaakt rechtmaakte rechtheeft rechtgemaakt
wijmaken rechtmaakten rechthebben rechtgemaakt
julliemaken rechtmaakten rechthebben rechtgemaakt
zij, zemaken rechtmaakten rechthebben rechtgemaakt

Presens
Beta

Example presens sentences for Rechtmaken with some of the pronouns.

  • Ik maak rechtmaken.
  • Jij maakt rechtmaken.
  • Hij/Zij maakt rechtmaken.
  • Wij maken rechtmaken.
  • Jullie maken rechtmaken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Rechtmaken with some of the pronouns.

  • Ik maakte rechtmaken.
  • Jij maakte rechtmaken.
  • Hij/Zij maakte rechtmaken.
  • Wij maakten rechtmaken.
  • Jullie maakten rechtmaken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rechtmaken with some of the pronouns.

  • Ik heb rechtmaken gemaakt.
  • Jij hebt rechtmaken gemaakt.
  • Hij/Zij heeft rechtmaken gemaakt.
  • Wij hebben rechtmaken gemaakt.
  • Jullie hebben rechtmaken gemaakt.