euthanaseren

Conjugations List of Euthanaseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikeuthanaseereuthanaseerdeheb geƫuthanaseerd
jij, je, ueuthanaseerteuthanaseerdehebt geƫuthanaseerd
hij, zij, heteuthanaseerteuthanaseerdeheeft geƫuthanaseerd
wijeuthanasereneuthanaseerdenhebben geƫuthanaseerd
jullieeuthanasereneuthanaseerdenhebben geƫuthanaseerd
zij, zeeuthanasereneuthanaseerdenhebben geƫuthanaseerd

Presens

Example presens sentences for Euthanaseren with some of the pronouns.

  • Ik euthanaseer patiĆ«nten die ondraaglijk lijden.
  • Jij euthanaseert ouderen met hun toestemming.
  • Hij/zij euthanaseert terminaal zieke personen op hun verzoek.
  • Wij euthanaseren patiĆ«nten volgens de geldende wetgeving.
  • Jullie euthanaseren mensen die een weloverwogen keuze hebben gemaakt.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Euthanaseren with some of the pronouns.

  • Ik euthanaseerde patiĆ«nten die ondraaglijk leden.
  • Jij euthanaseerde ouderen met hun toestemming.
  • Hij/zij euthanaseerde terminaal zieke personen op hun verzoek.
  • Wij euthanaseerden patiĆ«nten volgens de geldende wetgeving.
  • Jullie euthanaseerden mensen die een weloverwogen keuze hadden gemaakt.

Perfectum

Example perfectum sentences for Euthanaseren with some of the pronouns.

  • Ik heb patiĆ«nten geĆ«uthanaseerd die ondraaglijk leden.
  • Jij hebt ouderen geĆ«uthanaseerd met hun toestemming.
  • Hij/zij heeft terminaal zieke personen geĆ«uthanaseerd op hun verzoek.
  • Wij hebben patiĆ«nten geĆ«uthanaseerd volgens de geldende wetgeving.
  • Jullie hebben mensen geĆ«uthanaseerd die een weloverwogen keuze hebben gemaakt.