vrijstellen

Conjugations List of Vrijstellen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstel vrijstelde vrijheb vrijgesteld
jij, je, ustelt vrijstelde vrijhebt vrijgesteld
hij, zij, hetstelt vrijstelde vrijheeft vrijgesteld
wijstellen vrijstelden vrijhebben vrijgesteld
julliestellen vrijstelden vrijhebben vrijgesteld
zij, zestellen vrijstelden vrijhebben vrijgesteld

Presens
Beta

Example presens sentences for Vrijstellen with some of the pronouns.

  • Ik stel vrij vanwege mijn drukke schema.
  • Jij stelt vrij om naar de dokter te gaan.
  • Hij/zij stelt vrij voor een belangrijke vergadering.
  • Wij stellen vrij tijdens de feestdagen.
  • Jullie stellen vrij om te ontspannen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vrijstellen with some of the pronouns.

  • Ik vrijstelde elke zaterdag om tijd met mijn familie door te brengen.
  • Jij vrijstelde regelmatig om te kunnen sporten.
  • Hij/zij vrijstelde tijdens de zomermaanden voor een langdurige vakantie.
  • Wij vrijstelden van onze verplichtingen tijdens de schoolvakanties.
  • Jullie vrijstelden vaak om vrienden te bezoeken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vrijstellen with some of the pronouns.

  • Ik heb vrijgesteld van mijn verplichtingen vorige week.
  • Jij hebt vrijgesteld van je werk voor een vakantie.
  • Hij/zij heeft vrijgesteld van zijn/haar taken voor een persoonlijk project.
  • Wij hebben vrijgesteld van onze verantwoordelijkheden na het behalen van ons doel.
  • Jullie hebben vrijgesteld van jullie studie om een speciale gelegenheid te vieren.