uitspinnen

Conjugations List of Uitspinnen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspin uitspon uitheb uitgesponnen
jij, je, uspint uitspon uithebt uitgesponnen
hij, zij, hetspint uitspon uitheeft uitgesponnen
wijspinnen uitsponnen uithebben uitgesponnen
julliespinnen uitsponnen uithebben uitgesponnen
zij, zespinnen uitsponnen uithebben uitgesponnen

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitspinnen with some of the pronouns.

  • Ik spin uit over het belang van een gezonde levensstijl.
  • Jij spint uit over je favoriete boek.
  • Hij/zij/het spint uit over zijn/haar reizen.
  • Wij spinnen uit over de laatste modetrends.
  • Jullie spinnen uit over jullie weekendplannen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitspinnen with some of the pronouns.

  • Ik spon uit over mijn favoriete muziek toen ik jonger was.
  • Jij spon uit over je plannen voor de toekomst.
  • Hij/zij/het spon uit over zijn/haar liefdesleven.
  • Wij sponnen uit over onze schooltijd.
  • Jullie sponnen uit over jullie avonturen in het buitenland.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitspinnen with some of the pronouns.

  • Ik heb uitgesponnen over mijn jeugdherinneringen.
  • Jij hebt uitgesponnen over de recente politieke ontwikkelingen.
  • Hij/zij/het heeft uitgesponnen over haar successen.
  • Wij hebben uitgesponnen over onze vakantie-ervaringen.
  • Jullie hebben uitgesponnen over jullie hobby's.