declasseren

Conjugations List of Declasseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdeclasseerdeclasseerdeheb gedeclasseerd
jij, je, udeclasseertdeclasseerdehebt gedeclasseerd
hij, zij, hetdeclasseertdeclasseerdeheeft gedeclasseerd
wijdeclasserendeclasseerdenhebben gedeclasseerd
julliedeclasserendeclasseerdenhebben gedeclasseerd
zij, zedeclasserendeclasseerdenhebben gedeclasseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Declasseren with some of the pronouns.

  • Ik degradeer de voetballer naar het tweede team.
  • Jij degradeert de zwemmer tot amateurstatus.
  • Hij/zij degradeert de atleet vanwege dopinggebruik.
  • Wij degraderen het team naar een lagere divisie.
  • Jullie degraderen de dansgroep tot beginnersniveau.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Declasseren with some of the pronouns.

  • Ik degradeerde de voetballer naar het tweede team.
  • Jij degradeerde de zwemmer tot amateurstatus.
  • Hij/zij degradeerde de atleet vanwege dopinggebruik.
  • Wij degradeerden het team naar een lagere divisie.
  • Jullie degradeerden de dansgroep tot beginnersniveau.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Declasseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de voetballer gedegradeerd naar het tweede team.
  • Jij hebt de zwemmer tot amateurstatus gedeclasseerd.
  • Hij/zij heeft de atleet vanwege dopinggebruik gedegradeerd.
  • Wij hebben het team naar een lagere divisie gedevalueerd.
  • Jullie hebben de dansgroep tot beginnersniveau teruggezet.