extensiveren

Conjugations List of Extensiveren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikextensiveerextensiveerdeheb geëxtensiveerd
jij, je, uextensiveertextensiveerdehebt geëxtensiveerd
hij, zij, hetextensiveertextensiveerdeheeft geëxtensiveerd
wijextensiverenextensiveerdenhebben geëxtensiveerd
jullieextensiverenextensiveerdenhebben geëxtensiveerd
zij, zeextensiverenextensiveerdenhebben geëxtensiveerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Extensiveren with some of the pronouns.

  • Ik extensifeer de lesstof om het begrip van de studenten te vergroten.
  • Jij extensifeert je kennis door veel te oefenen.
  • Hij/zij/het extensifeert de mogelijkheden van het project.
  • Wij extensiferen ons onderzoek naar duurzame energie.
  • Jullie extensiferen de activiteiten van de vereniging.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Extensiveren with some of the pronouns.

  • Ik extensifeerde de lesstof om het begrip van de studenten te vergroten.
  • Jij extensifeerde je kennis door veel te oefenen.
  • Hij/zij/het extensifeerde de mogelijkheden van het project.
  • Wij extensifeerden ons onderzoek naar duurzame energie.
  • Jullie extensifeerden de activiteiten van de vereniging.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Extensiveren with some of the pronouns.

  • Ik heb de lesstof geëxtensiveerd om het begrip van de studenten te vergroten.
  • Jij hebt je kennis geëxtensiveerd door veel te oefenen.
  • Hij/zij/het heeft de mogelijkheden van het project geëxtensiveerd.
  • Wij hebben ons onderzoek naar duurzame energie geëxtensiveerd.
  • Jullie hebben de activiteiten van de vereniging geëxtensiveerd.