federeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | federeer | federeerde | ben gefedereerd |
jij, je, u | federeert | federeerde | bent gefedereerd |
hij, zij, het | federeert | federeerde | is gefedereerd |
wij | federeren | federeerden | zijn gefedereerd |
jullie | federeren | federeerden | zijn gefedereerd |
zij, ze | federeren | federeerden | zijn gefedereerd |
Presens
Example presens sentences for Federeren with some of the pronouns.
- Ik federeren
- Jij/je federeren
- Hij/zij/het federeren
- Wij/we federeren
- Jullie federeren
- Zij federeren
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Federeren with some of the pronouns.
- Ik federeren(de)
- Jij/je federeren(de)
- Hij/zij/het federeren(de)
- Wij/we federeren(de)
- Jullie federeren(de)
- Zij federeren(de)
Perfectum
Example perfectum sentences for Federeren with some of the pronouns.
- Ik heb gefedereerd
- Jij/je hebt gefedereerd
- Hij/zij/het heeft gefedereerd
- Wij/we hebben gefedereerd
- Jullie hebben gefedereerd
- Zij hebben gefedereerd