fijfelen

Conjugations List of Fijfelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikfijfelfijfeldeheb gefijfeld
jij, je, ufijfeltfijfeldehebt gefijfeld
hij, zij, hetfijfeltfijfeldeheeft gefijfeld
wijfijfelenfijfeldenhebben gefijfeld
julliefijfelenfijfeldenhebben gefijfeld
zij, zefijfelenfijfeldenhebben gefijfeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Fijfelen with some of the pronouns.

  • Ik twijfel over mijn beslissing.
  • Jij aarzelt om mee te doen.
  • Hij/zij fietst altijd langzaam.
  • Wij stoeien graag met onze hond.
  • Jullie aarzelen niet om hulp te vragen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Fijfelen with some of the pronouns.

  • Ik twijfelde altijd over mijn toekomst.
  • Jij aarzelde om de waarheid te vertellen.
  • Hij/zij fietste vroeger snel naar school.
  • Wij stoeiden vaak met onze broers en zussen.
  • Jullie aarzelden niet om risico's te nemen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Fijfelen with some of the pronouns.

  • Ik heb getwijfeld, maar ik heb uiteindelijk gekozen.
  • Jij hebt geaarzeld voordat je de sprong waagde.
  • Hij/zij is traag gefietst vandaag.
  • Wij hebben gestoeid met de kinderen in het park.
  • Jullie hebben niet geaarzeld om het probleem aan te pakken.