mismeesteren

Conjugations List of Mismeesteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmismeestermismeesterdeheb mismeesterd
jij, je, umismeestertmismeesterdehebt mismeesterd
hij, zij, hetmismeestertmismeesterdeheeft mismeesterd
wijmismeesterenmismeesterdenhebben mismeesterd
julliemismeesterenmismeesterdenhebben mismeesterd
zij, zemismeesterenmismeesterdenhebben mismeesterd

Presens
Beta

Example presens sentences for Mismeesteren with some of the pronouns.

  • Ik mismeester de grammaticaregels.
  • Jij mismeestert de moeilijke woorden.
  • Hij mismeestert de uitspraak van het Nederlands.
  • Wij mismeesteren de schrijfvaardigheid.
  • Jullie mismeesteren de luistervaardigheid.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Mismeesteren with some of the pronouns.

  • Vroeger mismeesterde ik de Nederlandse uitspraak.
  • Toen jij jonger was, mismeesterde je de spellingregels.
  • Hij mismeesterde de taal vloeiend na een jaar studeren.
  • In die periode mismeesterden we de woordenschat.
  • Jullie mismeesterden de taalkundige concepten tijdens de lessen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Mismeesteren with some of the pronouns.

  • Ik heb het Nederlands gemismeesterd.
  • Jij hebt de regels goed gemismeesterd.
  • Hij heeft de taal snel gemismeesterd.
  • Wij hebben de grammatica grondig gemismeesterd.
  • Jullie hebben de vaardigheden uitstekend gemismeesterd.