modelleren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | modelleer | modelleerde | heb gemodelleerd |
jij, je, u | modelleert | modelleerde | hebt gemodelleerd |
hij, zij, het | modelleert | modelleerde | heeft gemodelleerd |
wij | modelleren | modelleerden | hebben gemodelleerd |
jullie | modelleren | modelleerden | hebben gemodelleerd |
zij, ze | modelleren | modelleerden | hebben gemodelleerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Modelleren with some of the pronouns.
- Ik modelleer een nieuwe sculptuur.
- Jij modeleert de klei tot een vorm.
- Hij modelleert met precisie en geduld.
- Zij modelleren samen aan het project.
- Wij modelleren de gegevens voor de analyse.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Modelleren with some of the pronouns.
- Vroeger modelleerde ik met klei als hobby.
- Toen ik jong was, modelleerde jij beeldhouwwerken uit hout.
- Hij modelleerde vaak met kleurpotloden in zijn schetsboek.
- Zij modelleerden samen aan een groot kunstwerk.
- Wij modelleerden vroeger met papier-maché.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Modelleren with some of the pronouns.
- Ik heb gemodelleerd voor verschillende opdrachten.
- Jij hebt de software gemodelleerd voor de simulatie.
- Hij heeft het landschap gemodelleerd in zijn schilderij.
- Zij hebben de nieuwe modetrends gemodelleerd op de catwalk.
- Wij hebben de prototypes gemodelleerd voor de presentatie.