overmannen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | overman | overmande | heb overmand |
jij, je, u | overmant | overmande | hebt overmand |
hij, zij, het | overmant | overmande | heeft overmand |
wij | overmannen | overmanden | hebben overmand |
jullie | overmannen | overmanden | hebben overmand |
zij, ze | overmannen | overmanden | hebben overmand |
PresensBeta
Example presens sentences for Overmannen with some of the pronouns.
- Ik overman de situatie met vastberadenheid.
- Jij overmant je angsten en gaat ervoor!
- Hij overmant zijn twijfels en neemt een besluit.
- Wij overmannen onze tegenstanders met tactiek.
- Zij overmannen de markt met innovatieve producten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Overmannen with some of the pronouns.
- Vroeger overmande ik mijn zenuwen voor presentaties.
- Toen overmande jouw emoties je oordeelsvermogen.
- Hij overmande zijn frustraties en bleef rustig.
- In die tijd overmanden wij onze tegenstanders met brute kracht.
- Elke keer dat zij faalden, overmanden ze zichzelf met zelfkritiek.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Overmannen with some of the pronouns.
- Ik heb de uitdaging succesvol overmand.
- Jij hebt je zwaktepunten overwonnen en overmeesterd.
- Hij heeft zijn angst overmand en is gegroeid.
- Wij hebben de concurrentie overmeesterd en zijn marktleider geworden.
- Zij hebben de obstakels overwonnen en hun doelen bereikt.