nijgen

Conjugations List of Nijgen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iknijgneegheb genegen
jij, je, unijgtneeghebt genegen
hij, zij, hetnijgtneegheeft genegen
wijnijgennegenhebben genegen
jullienijgennegenhebben genegen
zij, zenijgennegenhebben genegen

Presens
Beta

Example presens sentences for Nijgen with some of the pronouns.

  • Ik neig naar links als ik aan het dansen ben.
  • Jij neigt altijd naar rood als je kleding kiest.
  • Hij/Zij neigt naar pessimisme in moeilijke situaties.
  • Wij neigen naar een vegetarisch dieet voor gezondheidsredenen.
  • Zij neigen naar grotere uitdagingen om hun vaardigheden te verbeteren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Nijgen with some of the pronouns.

  • Vroeger neigde ik naar extravert gedrag, maar nu ben ik meer introvert.
  • Jij neigde vroeger naar impulsieve beslissingen, maar nu denk je beter na.
  • Hij/Zij neigde altijd naar perfectionisme en was nooit tevreden met zijn prestaties.
  • Wij neigden naar avontuurlijke vakanties en verkenden verschillende landen.
  • Zij neigden altijd naar humoristische films om te ontspannen na een lange dag.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Nijgen with some of the pronouns.

  • Ik heb naar rechts geneigd toen ik de afslag miste.
  • Jij bent altijd naar de mening van anderen geneigd geweest.
  • Hij/Zij is naar compromissen geneigd geweest om conflicten te vermijden.
  • Wij zijn naar biologische voeding geneigd geweest sinds we kinderen kregen.
  • Zij zijn naar experimentele kunstvormen geneigd geweest in hun creatieve werk.