financieren

Conjugations List of Financieren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikfinancierfinancierdeheb gefinancierd
jij, je, ufinanciertfinancierdehebt gefinancierd
hij, zij, hetfinanciertfinancierdeheeft gefinancierd
wijfinancierenfinancierdenhebben gefinancierd
julliefinancierenfinancierdenhebben gefinancierd
zij, zefinancierenfinancierdenhebben gefinancierd

Presens
Beta

Example presens sentences for Financieren with some of the pronouns.

  • Ik financier mijn studie met een studielening.
  • Jij financiert jouw nieuwe auto met een lening.
  • Hij financiert zijn onderneming met investeerders.
  • Zij financiert haar reis naar het buitenland met spaargeld.
  • Wij financieren de renovatie van ons huis met een hypotheek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Financieren with some of the pronouns.

  • Ik financierde mijn studie met een studielening.
  • Jij financierde jouw nieuwe auto met een lening.
  • Hij financierde zijn onderneming met investeerders.
  • Zij financierde haar reis naar het buitenland met spaargeld.
  • Wij financierden de renovatie van ons huis met een hypotheek.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Financieren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn studie gefinancierd met een studielening.
  • Jij hebt jouw nieuwe auto gefinancierd met een lening.
  • Hij heeft zijn onderneming gefinancierd met investeerders.
  • Zij heeft haar reis naar het buitenland gefinancierd met spaargeld.
  • Wij hebben de renovatie van ons huis gefinancierd met een hypotheek.