folteren

Conjugations List of Folteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikfolterfolterdeheb gefolterd
jij, je, ufoltertfolterdehebt gefolterd
hij, zij, hetfoltertfolterdeheeft gefolterd
wijfolterenfolterdenhebben gefolterd
julliefolterenfolterdenhebben gefolterd
zij, zefolterenfolterdenhebben gefolterd

Presens
Beta

Example presens sentences for Folteren with some of the pronouns.

  • Ik folter
  • Jij foltert
  • Hij/Zij/Het foltert
  • Wij folteren
  • Jullie folteren

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Folteren with some of the pronouns.

  • Ik folterde
  • Jij folterde
  • Hij/Zij/Het folterde
  • Wij folterden
  • Jullie folterden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Folteren with some of the pronouns.

  • Ik heb gefolterd
  • Jij hebt gefolterd
  • Hij/Zij/Het heeft gefolterd
  • Wij hebben gefolterd
  • Jullie hebben gefolterd