ganneven

Conjugations List of Ganneven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgannefgannefdeheb gegannefd
jij, je, uganneftgannefdehebt gegannefd
hij, zij, hetganneftgannefdeheeft gegannefd
wijgannevengannefdenhebben gegannefd
julliegannevengannefdenhebben gegannefd
zij, zegannevengannefdenhebben gegannefd

Presens
Beta

Example presens sentences for Ganneven with some of the pronouns.

  • Ik ganneef vandaag een appel uit de boomgaard.
  • Jij ganneeft regelmatig geld van je ouders.
  • Hij ganneeft altijd snoepjes uit de klasgenoten hun tassen.
  • Wij ganneven soms kleine spulletjes uit de supermarkt.
  • Zij ganneven nooit iets, ze zijn eerlijk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ganneven with some of the pronouns.

  • Ik ganneefde vaak snoepjes toen ik jong was.
  • Jij ganneefde altijd potloden tijdens de les.
  • Hij ganneefde regelmatig speelgoed van zijn broertje.
  • Wij ganneefden af en toe boeken uit de bibliotheek.
  • Zij ganneefden vroeger geld van hun ouders.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ganneven with some of the pronouns.

  • Ik heb ganneefd gisteren een fiets in de stad.
  • Jij bent al meerdere keren betrapt toen je hebt ganneefd.
  • Hij heeft stiekem ganneefd van zijn buurman.
  • Wij hebben onlangs wat geld ganneefd uit de collectebus.
  • Zij hebben nooit eerder ganneefd, dit is een uitzondering.