perforeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | perforeer | perforeerde | heb geperforeerd |
jij, je, u | perforeert | perforeerde | hebt geperforeerd |
hij, zij, het | perforeert | perforeerde | heeft geperforeerd |
wij | perforeren | perforeerden | hebben geperforeerd |
jullie | perforeren | perforeerden | hebben geperforeerd |
zij, ze | perforeren | perforeerden | hebben geperforeerd |
Presens
Example presens sentences for Perforeren with some of the pronouns.
- Ik perfor eer documenten op mijn werk.
- Jij perfor eert de papieren met een perforator.
- Hij/Zij/Het perfor eert de bladzijden van het boek.
- Wij perfor eren de facturen voor verzending.
- Zij perfor eren de formulieren voor archivering.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Perforeren with some of the pronouns.
- Ik perfor eerde documenten op mijn werk.
- Jij perfor eerde de papieren met een perforator.
- Hij/Zij/Het perfor eerde de bladzijden van het boek.
- Wij perfor eerden de facturen voor verzending.
- Zij perfor eerden de formulieren voor archivering.
Perfectum
Example perfectum sentences for Perforeren with some of the pronouns.
- Ik heb de documenten ge perfor eerd op mijn werk.
- Jij hebt de papieren met een perforator ge perfor eerd.
- Hij/Zij/Het heeft de bladzijden van het boek ge perfor eerd.
- Wij hebben de facturen ge perfor eerd voor verzending.
- Zij hebben de formulieren ge perfor eerd voor archivering.