goedachten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | acht goed | achtte goed | heb goedgeacht |
jij, je, u | acht goed | achtte goed | hebt goedgeacht |
hij, zij, het | acht goed | achtte goed | heeft goedgeacht |
wij | achten goed | achtten goed | hebben goedgeacht |
jullie | achten goed | achtten goed | hebben goedgeacht |
zij, ze | achten goed | achtten goed | hebben goedgeacht |
PresensBeta
Example presens sentences for Goedachten with some of the pronouns.
- Ik goedachten elke ochtend voordat ik naar het werk ga.
- Jij goedachten altijd voordat je een beslissing neemt.
- Hij goedachten graag over filosofie en ethiek.
- Wij goedachten samen over de toekomst van ons bedrijf.
- Zij goedachten zelden voordat ze handelen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Goedachten with some of the pronouns.
- Ik goedacht regelmatig toen ik nog op school zat.
- Jij goedacht vaak tijdens onze gesprekken.
- Hij goedacht altijd voordat hij zijn mening gaf.
- Wij goedachtten over de gevolgen van onze acties.
- Zij goedachtten samen over de beste strategie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Goedachten with some of the pronouns.
- Ik heb goedacht gedurende mijn hele carrière.
- Jij hebt goedacht voordat je die belangrijke beslissing nam.
- Hij heeft goedacht sinds hij begon met mediteren.
- Wij hebben goedacht over onze vakantieplannen.
- Zij hebben goedacht voordat ze de deal sloten.