morsen

Conjugations List of Morsen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmorsmorsteheb gemorst
jij, je, umorstmorstehebt gemorst
hij, zij, hetmorstmorsteheeft gemorst
wijmorsenmorstenhebben gemorst
julliemorsenmorstenhebben gemorst
zij, zemorsenmorstenhebben gemorst

Presens
Beta

Example presens sentences for Morsen with some of the pronouns.

  • Ik morst koffie op mijn shirt.
  • Jij morst altijd eten op de grond.
  • Hij morst melk op de tafel.
  • Zij morsen water tijdens het afwassen.
  • We morsen verf op de vloer.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Morsen with some of the pronouns.

  • Ik morste koffie op mijn shirt.
  • Jij morste altijd eten op de grond.
  • Hij morste melk op de tafel.
  • Zij morsten water tijdens het afwassen.
  • We morsten verf op de vloer.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Morsen with some of the pronouns.

  • Ik heb koffie gemorst op mijn shirt.
  • Jij hebt altijd eten gemorst op de grond.
  • Hij heeft melk gemorst op de tafel.
  • Zij hebben water gemorst tijdens het afwassen.
  • We hebben verf gemorst op de vloer.