grapjassen

Conjugations List of Grapjassen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgrapjasgrapjasteheb gegrapjast
jij, je, ugrapjastgrapjastehebt gegrapjast
hij, zij, hetgrapjastgrapjasteheeft gegrapjast
wijgrapjassengrapjastenhebben gegrapjast
julliegrapjassengrapjastenhebben gegrapjast
zij, zegrapjassengrapjastenhebben gegrapjast

Presens
Beta

Example presens sentences for Grapjassen with some of the pronouns.

  • Ik grapjas met mijn vrienden tijdens de lunchpauze.
  • Jij grapjast altijd op het verkeerde moment.
  • Hij grapjast graag om mensen aan het lachen te maken.
  • Wij grapjassen vaak over rare dingen.
  • Zij grapjassen met elkaar alsof ze nog kinderen zijn.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Grapjassen with some of the pronouns.

  • Ik grapjaste altijd met mijn vrienden tijdens de lunchpauze.
  • Jij grapjaste altijd op het verkeerde moment.
  • Hij grapjaste graag om mensen aan het lachen te maken.
  • Wij grapjasten vaak over rare dingen.
  • Zij grapjasten met elkaar alsof ze nog kinderen waren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Grapjassen with some of the pronouns.

  • Ik heb grapjast met mijn vrienden tijdens de lunchpauze.
  • Jij hebt altijd op het verkeerde moment grapjast.
  • Hij heeft graag grapjast om mensen aan het lachen te maken.
  • Wij hebben vaak over rare dingen grapjast.
  • Zij hebben met elkaar grapjast alsof ze nog kinderen zijn.