voortspruiten

Conjugations List of Voortspruiten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspruit voortsproot voortben voortgesproten
jij, je, uspruit voortsproot voortbent voortgesproten
hij, zij, hetspruit voortsproot voortis voortgesproten
wijspruiten voortsproten voortzijn voortgesproten
julliespruiten voortsproten voortzijn voortgesproten
zij, zespruiten voortsproten voortzijn voortgesproten

Presens
Beta

Example presens sentences for Voortspruiten with some of the pronouns.

  • De boom voortspruit uit een zaadje.
  • De bloemen voortspruiten in de lente.
  • Het probleem voortspruit uit een gebrek aan communicatie.
  • Het succes voortspruit uit hard werken en toewijding.
  • De discussie voortspruit uit verschillende opvattingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voortspruiten with some of the pronouns.

  • De traditie voortsproot uit oude gebruiken.
  • De ruzie voortsproot uit misverstanden en frustraties.
  • Het conflict voortsproot uit territoriale geschillen.
  • De onrust voortsproot uit politieke spanningen.
  • Het geloof voortsproot uit spirituele ervaringen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voortspruiten with some of the pronouns.

  • De plant is voortgesproten uit een kleine stek.
  • De ideeën zijn voortgesproten uit een brainstormsessie.
  • De rivaliteit is voortgesproten uit eerdere confrontaties.
  • Het besluit is voortgesproten uit grondig onderzoek.
  • De vriendschap is voortgesproten uit gedeelde interesses.