grokken

Conjugations List of Grokken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgrokgrokteheb gegrokt
jij, je, ugroktgroktehebt gegrokt
hij, zij, hetgroktgrokteheeft gegrokt
wijgrokkengroktenhebben gegrokt
julliegrokkengroktenhebben gegrokt
zij, zegrokkengroktenhebben gegrokt

Presens
Beta

Example presens sentences for Grokken with some of the pronouns.

  • Ik grok
  • Jij grokt
  • Hij/Zij/Het grokt
  • Wij grokken
  • Jullie grokken
  • Zij grokken

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Grokken with some of the pronouns.

  • Ik grokte
  • Jij grokte
  • Hij/Zij/Het grokte
  • Wij grokten
  • Jullie grokten
  • Zij grokten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Grokken with some of the pronouns.

  • Ik heb gegrokt
  • Jij hebt gegrokt
  • Hij/Zij/Het heeft gegrokt
  • Wij hebben gegrokt
  • Jullie hebben gegrokt
  • Zij hebben gegrokt