kouvatten

Conjugations List of Kouvatten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvat kouvatte kouheb kougevat
jij, je, uvat kouvatte kouhebt kougevat
hij, zij, hetvat kouvatte kouheeft kougevat
wijvatten kouvatten kouhebben kougevat
jullievatten kouvatten kouhebben kougevat
zij, zevatten kouvatten kouhebben kougevat

Presens
Beta

Example presens sentences for Kouvatten with some of the pronouns.

  • Ik vat kou als ik zonder jas naar buiten ga.
  • Jij vat kou als je te lang in de regen staat.
  • Hij vat kou zodra hij een tochtig raam opent.
  • Zij vatten kou tijdens het wachten op de bus.
  • Wij vatten kou als we niet warm genoeg gekleed zijn.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Kouvatten with some of the pronouns.

  • Ik vatte kou toen ik zonder jas naar school ging.
  • Jij vatte kou terwijl je in de regen stond te wachten.
  • Hij vatte kou doordat hij altijd met natte haren sliep.
  • Zij vatten kou toen ze zonder paraplu door de stromende regen liepen.
  • Wij vatten kou tijdens de winterse wandeling in het bos.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Kouvatten with some of the pronouns.

  • Ik heb kougevat nadat ik in de sneeuw had gespeeld.
  • Jij hebt kougevat na het zwemmen in koud water.
  • Hij heeft kougevat door te lang in de ijzige wind te staan.
  • Zij hebben kougevat tijdens de skitrip in de bergen.
  • Wij hebben kougevat omdat we zonder muts en sjaal naar buiten gingen.