verkruimelen

Conjugations List of Verkruimelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverkruimelverkruimeldeheb verkruimeld
jij, je, uverkruimeltverkruimeldehebt verkruimeld
hij, zij, hetverkruimeltverkruimeldeheeft verkruimeld
wijverkruimelenverkruimeldenhebben verkruimeld
jullieverkruimelenverkruimeldenhebben verkruimeld
zij, zeverkruimelenverkruimeldenhebben verkruimeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Verkruimelen with some of the pronouns.

  • Ik verkruimel de koekjes.
  • Jij verkruimelt de stukjes papier.
  • Hij verkruimelt het brood.
  • Zij verkruimelen de crackers.
  • We verkruimelen de beschuiten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verkruimelen with some of the pronouns.

  • Ik verkruimelde de koekjes.
  • Jij verkruimelde de stukjes papier.
  • Hij verkruimelde het brood.
  • Zij verkruimelden de crackers.
  • We verkruimelden de beschuiten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verkruimelen with some of the pronouns.

  • Ik heb de koekjes verkruimeld.
  • Jij hebt de stukjes papier verkruimeld.
  • Hij heeft het brood verkruimeld.
  • Zij hebben de crackers verkruimeld.
  • We hebben de beschuiten verkruimeld.