handeldrijven

Conjugations List of Handeldrijven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdrijf handeldreef handelheb handelgedreven
jij, je, udrijft handeldreef handelhebt handelgedreven
hij, zij, hetdrijft handeldreef handelheeft handelgedreven
wijdrijven handeldreven handelhebben handelgedreven
julliedrijven handeldreven handelhebben handelgedreven
zij, zedrijven handeldreven handelhebben handelgedreven

Presens
Beta

Example presens sentences for Handeldrijven with some of the pronouns.

  • Ik drijf handel in elektronische apparaten.
  • Jij drijft handel met Aziatische landen.
  • Hij/zij drijft succesvol handel op de internationale markt.
  • Wij drijven al jarenlang handel met verschillende klanten.
  • Zij drijven handel in duurzame producten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Handeldrijven with some of the pronouns.

  • Vroeger dreef ik handel in textielproducten.
  • Als kind dreef jij handel op de lokale markt.
  • Hij/zij dreef altijd handel met zijn/haar broers en zussen.
  • Wij dreven handel tijdens de vakanties.
  • Zij dreven vroeger samen handel in antiek.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Handeldrijven with some of the pronouns.

  • Ik heb handelgedreven met buitenlandse leveranciers.
  • Jij bent succesvol handel gaan drijven in Zuid-Amerika.
  • Hij/zij heeft veel winst gemaakt met het handel drijven.
  • Wij hebben vorige week een nieuwe handelsdeal gesloten.
  • Zij zijn al jaren actief geweest in het handel drijven.