heenvoeren

Conjugations List of Heenvoeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvoer heenvoerde heenheb heengevoerd
jij, je, uvoert heenvoerde heenhebt heengevoerd
hij, zij, hetvoert heenvoerde heenheeft heengevoerd
wijvoeren heenvoerden heenhebben heengevoerd
jullievoeren heenvoerden heenhebben heengevoerd
zij, zevoeren heenvoerden heenhebben heengevoerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Heenvoeren with some of the pronouns.

  • Ik voer de kinderen naar school.
  • Jij voert het eten naar de tafel.
  • Hij voert de boot naar de haven.
  • Zij voeren de bagage naar de auto.
  • Wij voeren de patiënten naar het ziekenhuis.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Heenvoeren with some of the pronouns.

  • Ik voerde de kinderen naar school.
  • Jij voerde het eten naar de tafel.
  • Hij voerde de boot naar de haven.
  • Zij voerden de bagage naar de auto.
  • Wij voerden de patiënten naar het ziekenhuis.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Heenvoeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de kinderen naar school gevoerd.
  • Jij hebt het eten naar de tafel gevoerd.
  • Hij heeft de boot naar de haven gevoerd.
  • Zij hebben de bagage naar de auto gevoerd.
  • Wij hebben de patiënten naar het ziekenhuis gevoerd.