patroneren

Conjugations List of Patroneren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpatroneerpatroneerdeheb gepatroneerd
jij, je, upatroneertpatroneerdehebt gepatroneerd
hij, zij, hetpatroneertpatroneerdeheeft gepatroneerd
wijpatronerenpatroneerdenhebben gepatroneerd
julliepatronerenpatroneerdenhebben gepatroneerd
zij, zepatronerenpatroneerdenhebben gepatroneerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Patroneren with some of the pronouns.

  • Ik patroneer regelmatig lokale bedrijven.
  • Jij patroneert altijd dat restaurant.
  • Hij/Zij patroneert graag duurzame merken.
  • Wij patroneren vaak culturele evenementen.
  • Jullie patroneren de plaatselijke boekwinkel.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Patroneren with some of the pronouns.

  • Ik patroneerde regelmatig lokale bedrijven.
  • Jij patroneerde altijd dat restaurant.
  • Hij/Zij patroneerde graag duurzame merken.
  • Wij patroneerden vaak culturele evenementen.
  • Jullie patroneerden de plaatselijke boekwinkel.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Patroneren with some of the pronouns.

  • Ik heb lokale bedrijven gepatroneerd.
  • Jij hebt altijd dat restaurant gepatroneerd.
  • Hij/Zij heeft graag duurzame merken gepatroneerd.
  • Wij hebben vaak culturele evenementen gepatroneerd.
  • Jullie hebben de plaatselijke boekwinkel gepatroneerd.