omboeken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | boek om | boekte om | heb omgeboekt |
jij, je, u | boekt om | boekte om | hebt omgeboekt |
hij, zij, het | boekt om | boekte om | heeft omgeboekt |
wij | boeken om | boekten om | hebben omgeboekt |
jullie | boeken om | boekten om | hebben omgeboekt |
zij, ze | boeken om | boekten om | hebben omgeboekt |
PresensBeta
Example presens sentences for Omboeken with some of the pronouns.
- Ik boek mijn vlucht om naar een latere datum.
- Jij boekt de hotelreservering om voor ons.
- Hij boekt zijn kaartje om naar een andere film.
- Wij boeken de afspraak om naar volgende week.
- Zij boeken het concertkaartje om omdat ze verhinderd zijn.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Omboeken with some of the pronouns.
- Vorige week boekte ik mijn treinreis om vanwege vertragingen.
- Toen ik aankwam, had jij de vergadering al omgeboekt.
- Hij boekte regelmatig zijn hotelovernachtingen om tijdens zijn zakenreizen.
- Elke zomer boekten wij onze vakantie om naar een andere bestemming.
- Vroeger boekten zij altijd hun concertkaartjes om als er een beter aanbod was.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Omboeken with some of the pronouns.
- Ik heb mijn reis omgeboekt vanwege onverwachte omstandigheden.
- Jij hebt de hotelboeking omgeboekt naar een ander hotel.
- Hij heeft zijn afspraak omgeboekt naar een andere dag.
- Wij hebben de reservering omgeboekt zodat we samen kunnen gaan.
- Zij hebben hun tickets omgeboekt vanwege een wijziging in het programma.