heropvoeden

Conjugations List of Heropvoeden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikheropvoedheropvoeddeheb heropgevoed
jij, je, uheropvoedtheropvoeddehebt heropgevoed
hij, zij, hetheropvoedtheropvoeddeheeft heropgevoed
wijheropvoedenheropvoeddenhebben heropgevoed
jullieheropvoedenheropvoeddenhebben heropgevoed
zij, zeheropvoedenheropvoeddenhebben heropgevoed

Presens
Beta

Example presens sentences for Heropvoeden with some of the pronouns.

  • Ik heropvoed de kinderen in de klas.
  • Jij heropvoedt de hond met geduld en liefde.
  • Hij heropvoedt zijn leerlingen met strenge discipline.
  • Wij heropvoeden de jeugd met positieve begeleiding.
  • Zij heropvoeden de kat om niet aan meubels te krabben.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Heropvoeden with some of the pronouns.

  • Vroeger heropvoedde ik de kinderen in de klas.
  • Jij heropvoedde de hond toen hij nog jong was.
  • Hij heropvoedde zijn leerlingen met veel geduld.
  • Wij heropvoedden de jeugd in de buurt.
  • Zij heropvoedden de kat om beter met andere dieren om te gaan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Heropvoeden with some of the pronouns.

  • Ik heb de kinderen in de klas heropgevoed.
  • Jij hebt de hond succesvol heropgevoed.
  • Hij heeft zijn leerlingen streng heropgevoed.
  • Wij hebben de jeugd op een positieve manier heropgevoed.
  • Zij hebben de kat geleerd om niet aan meubels te krabben.