herrijzen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | herrijs | herrees | ben herrezen |
| jij, je, u | herrijst | herrees | bent herrezen |
| hij, zij, het | herrijst | herrees | is herrezen |
| wij | herrijzen | herrezen | zijn herrezen |
| jullie | herrijzen | herrezen | zijn herrezen |
| zij, ze | herrijzen | herrezen | zijn herrezen |
Presens
Example presens sentences for Herrijzen with some of the pronouns.
- Ik herrijst elke ochtend vol energie.
- Jij herrijst als een feniks uit de as.
- Hij/Zij/Het herrijst na een moeilijke periode.
- Wij herrijzen uit onze fouten en gaan door.
- Jullie herrijzen met hernieuwde kracht.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Herrijzen with some of the pronouns.
- Ik herrees keer op keer, ondanks de obstakels.
- Jij herrees uit je eigen as en stond opnieuw op.
- Hij/Zij/Het herrees als een legendarisch figuur.
- Wij herrezen uit de chaos en creëerden orde.
- Jullie herrezen in de harten van mensen overal.
Perfectum
Example perfectum sentences for Herrijzen with some of the pronouns.
- Ik ben herrezen na een lange ziekte.
- Jij bent herrezen als een symbool van hoop.
- Hij/Zij/Het is herrezen uit de vergetelheid.
- Wij zijn herrezen na een zware tegenslag.
- Jullie zijn herrezen met vernieuwde inspiratie.