uitsmeden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | smeed uit | smeedde uit | heb uitgesmeed |
jij, je, u | smeedt uit | smeedde uit | hebt uitgesmeed |
hij, zij, het | smeedt uit | smeedde uit | heeft uitgesmeed |
wij | smeden uit | smeedden uit | hebben uitgesmeed |
jullie | smeden uit | smeedden uit | hebben uitgesmeed |
zij, ze | smeden uit | smeedden uit | hebben uitgesmeed |
Presens
Example presens sentences for Uitsmeden with some of the pronouns.
- Ik smeed uit dat het een succes wordt.
- Jij smeet uit met je ideeën tijdens de vergadering.
- Hij/zij smeedt uit over zijn/haar ervaringen als reiziger.
- Wij smeden uit hoe we dit probleem kunnen oplossen.
- Jullie smeden uit wat jullie volgende stap zal zijn.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Uitsmeden with some of the pronouns.
- Vroeger smeedde ik uit over mijn dromen en ambities.
- Toen jij jong was, smeedde je uit over je toekomstplannen.
- Hij/zij smeedde altijd uit tijdens familiebijeenkomsten.
- In die tijd smeedden wij uit hoe we ons bedrijf wilden laten groeien.
- Jullie smeedden uit wat jullie wilden bereiken in het leven.
Perfectum
Example perfectum sentences for Uitsmeden with some of the pronouns.
- Ik heb uitgesmeed hoe ik mijn doelen ga bereiken.
- Jij hebt uitgesmeed welke strategie het meest effectief is.
- Hij/zij heeft uitgesmeed waar hij/zij zijn/haar geld aan wil besteden.
- Wij hebben uitgesmeed hoe we deze uitdaging zullen overwinnen.
- Jullie hebben uitgesmeed welke activiteiten we gaan ondernemen.