herroepen

Conjugations List of Herroepen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikherroepherriepheb herroepen
jij, je, uherroeptherriephebt herroepen
hij, zij, hetherroeptherriepheeft herroepen
wijherroepenherriepenhebben herroepen
jullieherroepenherriepenhebben herroepen
zij, zeherroepenherriepenhebben herroepen

Presens
Beta

Example presens sentences for Herroepen with some of the pronouns.

  • Ik herroep de beslissing.
  • Jij herroept je woorden vaak.
  • Hij/zij herroept zijn/haar belofte.
  • Wij herroepen het contract.
  • Zij herroepen hun uitspraak.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Herroepen with some of the pronouns.

  • Ik herriep de beslissing.
  • Jij herriep je woorden vaak.
  • Hij/zij herriep zijn/haar belofte.
  • Wij herriepen het contract.
  • Zij herriepen hun uitspraak.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Herroepen with some of the pronouns.

  • Ik heb de beslissing herroepen.
  • Jij hebt je woorden vaak herroepen.
  • Hij/zij heeft zijn/haar belofte herroepen.
  • Wij hebben het contract herroepen.
  • Zij hebben hun uitspraak herroepen.