hoeven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | hoef | hoefde | heb gehoefd;heb gehoeven |
jij, je, u | hoeft | hoefde | hebt gehoefd;hebt gehoeven |
hij, zij, het | hoeft | hoefde | heeft gehoefd;heeft gehoeven |
wij | hoeven | hoefden | hebben gehoefd;hebben gehoeven |
jullie | hoeven | hoefden | hebben gehoefd;hebben gehoeven |
zij, ze | hoeven | hoefden | hebben gehoefd;hebben gehoeven |
PresensBeta
Example presens sentences for Hoeven with some of the pronouns.
- Ik heb geen hulp nodig.
- Jij hebt geen extra tijd nodig.
- Hij hoeft niet te haasten.
- Zij heeft geen geld nodig.
- Wij hebben geen zorgen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Hoeven with some of the pronouns.
- Ik hoefde geen toestemming te vragen.
- Jij hoefde niet te werken op zondag.
- Hij hoefde niet te betalen voor het concert.
- Zij hoefde niet te studeren voor het examen.
- Wij hoefden niet te rennen om de bus te halen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Hoeven with some of the pronouns.
- Ik heb geen advies nodig gehad.
- Jij hebt geen excuses hoeven maken.
- Hij heeft niet naar de dokter hoeven gaan.
- Zij heeft geen boodschappen hoeven doen.
- Wij hebben niet lang op de trein hoeven wachten.